Het contact met de ouders en familie is belangrijk voor een pleegkind en dit geldt ook andersom. Ieder kind heeft daarom recht op omgang met zijn ouder én met personen met wie het een nauwe band heeft, bijvoorbeeld de opa en oma van het pleegkind of de vader van het pleegkind. De ouders hebben recht op omgang met hun kind, ook wanneer zij geen gezag meer hebben. In sommige gevallen heeft de rechter bepaald dat een ouder geen recht heeft op omgang.
De voogd of gezinsvoogd heeft een overzicht van personen die recht hebben op omgang met het pleegkind. Omgang of contact met de ouders is belangrijk voor de (identiteits)ontwikkeling en het gevoel van eigenwaarde van het pleegkind. De ouders kunnen een belangrijke terugval basis vormen op het moment dat een kind oud genoeg is om pleegzorg te verlaten. In overleg met de pleegzorgbegeleider kan een ouder bijvoorbeeld mee naar de sportclub, een ouderavond op school of een bezoekje aan de speeltuin.